Trends

Aantallen proefdieren en dierproeven over meerdere jaren

Jaarverslag 2022
Menu

Homepage

Verantwoording

Onze kijk op dierproeven, dierenwelzijn en open communicatie

3V & transitie

Hoe wij werken aan vervanging, vermindering, verfijning en transitie

Trends

Aantallen proefdieren en dierproeven over meerdere jaren

Trend gedood zonder te zijn ingezet

De Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht doen hun uiterste best om het aantal dieren dat wordt gedood zonder te zijn ingezet voor onderzoek of onderwijs tot een minimum te beperken. In 2022 zijn 6.296 minder dieren gedood zonder te zijn ingezet dan in 2021.

De groep proefdieren die gedood worden zonder te zijn ingezet voor onderzoek of onderwijs valt uiteen in twee deelgroepen. In de eerste plaats zijn er ouderdieren waarmee gefokt wordt en die op den duur worden gedood om inteelt te voorkomen of omdat ze te oud worden, en daarbij ongeschikt zijn voor experimentele doeleinden. Het aantal dieren in deze categorie is in de afgelopen twee jaren afgenomen, onder andere doordat diverse foklijnen werden afgestoten (of voortaan worden bewaard door het invriezen van embryo’s of sperma). Er wordt scherp op gelet of er geen foklijnen worden aangehouden waarvan de dieren niet of nauwelijks gebruikt worden, of waarvan de dieren ook bij een commerciële fokker aangeschaft kunnen worden.

De andere deelgroep betreft dieren die niet geschikt zijn voor experimentele doeleinden vanwege geslacht, leeftijd, genetisch profiel of gezondheidsproblemen. Ook die worden gedood, behalve een klein aantal dat kan en mag worden herplaatst bij particulieren. Zo werden bij een externe fokker 993 overtollige genetisch gewijzigde muizen gedood die gefokt waren ten behoeve van het UMC Utrecht.

In de afgelopen jaren is er een aantal fokken van muizenstammen die niet of nauwelijks gebruikt werden gestopt. Minimaal tweemaal per jaar worden er gesprekken gevoerd met onderzoekers om na te gaan of de fokstrategie past bij de behoefte vanuit het vergunde onderzoek en er zeker van te zijn dat het aantal overtollige dieren zo laag mogelijk is. Een samenspel van maatregelen heeft ervoor gezorgd dat in de afgelopen jaren er een flinke daling is gerealiseerd van het aantal dieren dat is gedood zonder te zijn ingezet van ca. 53% (zie figuur: cijfers vanaf 2014).

Een klein aantal foklijnen van Utrechtse onderzoekers wordt beheerd door een externe vergunninghoudende instelling. Dieren van deze lijnen die zijn gedood zonder te zijn ingezet, worden geregistreerd door de betreffende instelling. Omwille van transparantie wordt dit jaar voor het eerst ook weergegeven hoeveel dieren van deze lijnen zijn gedood zonder te zijn ingezet. Dit betreft 4901 dieren.

Trend gedood zonder te zijn ingezet
UMC Utrecht
Universiteit Utrecht